Aangezien het een hobby is én ik steeds kan bijleren, doe ik vaak shoots thuis met mijn eigen modellen: Trixie, Kira en Aika. De ene is er zot van (omdat ze dan veel snoepjes krijgt), de andere gaat al lopen als ik nog maar een lichtstatief vastneem.

Ik doe het met een witte doek als achtergrond. Voordeel is dat ik daarmee alle kleuren tussen wit en zwart kan maken door mijn softbox te draaien. Weetje: er zijn 255 ‘shades of grey’, niet 50. Is gewoon gelinkt aan het digitale: 0 en 1, 256 (0 tot 255) geeft 2 tot de 8e combinaties. Tot zo ver de theorie in dit stukje.
Meer licht van mijn softbox naar achter geeft een witte achtergrond, minder licht een grijze tot volledig zwarte achtergrond (da’s gene theorie maar praktijk). Als ik dan nog wat speel met omgevingslicht (in de garage vol bruine kasten) kan ik er zelfs een bruinige achtergrond van maken. Nadeel is dat een doek steeds plooien vertoont, zelfs als ik deze opspan met papierklemmen. Maar met de nodige afstand tussen model en doek en een aangepast diafragme (meestal f2.8) lukt het wel. Moest er een sponsor mij een vinyl achtergrond aanbieden (bvb om uitvoerig te testen) dan zeg ik daar geen nee tegen :). Nog beter is een ruime studio met infinity muren :d.

Bijkomende uitdaging is de trage AF (autofocus) van mijn combinatie Fujifilm X-T1 met een 16-55 f2.8 lens. Continu focus heeft het voordeel dat dit continu volgt met zijn focus maar de zone waarop wordt scherp gesteld is veel te breed en dan krijg ik vaker een scherp puntje van de neus dan een scherp oog. Manuele focus vereist herfocussen na elke beweging van de kop van de hond of een beweging van mij. En daar is de combinatie toch merkbaar traag. En helemaal als Kira voor de lens zit: de lens gaat namelijk op zoek naar contrast om te focussen en Kira is een zwarte hond met zwarte ogen. Focus dan maar eens scherp op het (bewegend) oog.

Nog leuker is het als er meerdere honden voor de lens komen en ze eerst wat met elkaar willen spelen. Als je ze dan eindelijk rustig hebt, moet je ze nog naast elkaar krijgen. En, net als bij mensen, hebben ze toch allemaal een voorkeur naast wie ze het liefst zitten of liggen. Altijd leuk om dat te ontdekken.

Het is voor zowel de hond zeer vermoeiend (zit daar zo een raar geval voor je die steeds een buis op je richt) als voor de fotograaf. De tijd om écht goede foto’s te maken is dus best wel beperkt. En soms is het handiger om op te bouwen met meerdere shoots om boven het gemiddelde uit te stijgen.
Maar als ik de resultaten zie, dan wil ik meestal direct terug meer foto’s maken. En als Facebook na 6 jaar herinneringen geeft over honden die je al hebt moeten afstaan dan ben je toch bij dat je de foto’s nog hebt.
Vandaar de slogan “Foto’s voor het leven”.
